In de afgelopen periode hebben wij meermaals gesproken over de mogelijke deelname van Lipizzaner paarden aan de competitie van de Iberische dressuur Masters (MCI). MCI NL omarmt het Lipizzaner paard en is zich met respect bewust van de Spaanse afkomst van dit ras. Door MCI-EU wordt het Lipizzaner paard uitgesloten van deelname aan MCI wedstrijden. In Nederland willen wij echter het Lipizzaner paard de eer geven die het toekomt als prachtig barok paard.
Roots op het Iberische schiereiland en imposante keizerlijke historie dit. Het bestuur van MCI-NL heeft daarom besloten om vanaf 2019 alle MCI kwalificatiewedstrijden (zowel de eigen MCI-NL kwalificatiewedstrijden als de kwalificatie via de KNHS barokke wedstrijden en WE wedstrijden) open te stellen voor de stamboek Lipizzaner paarden in Nederland. Tevens kunnen gekwalificeerde Lipizzaner stamboekpaarden in alle levels deelnemen aan het Nederlands kampioenschap MCI-NL en strijden met de Cruzados (paarden die minimaal 50% Spaans of Portugees bloed voeren) om het Nederlands Kampioenschap Cruzado/Lipizzaner.
De Geschiedenis van de Lipizzaner.
In het Europa van de 16e eeuw was alles anders geregeld dan nu. De adel maakte de dienst nog uit en heerste over de bevolking. Waarden en normen lagen anders. Oorlogen werden uitgevochten met slagwapens en lichte vuurwapens, op kleine oppervlakten, met wendbare paarden. Konink- en keizerrijken konden zeer groot zijn. De adel kon slechts heersen door indruk te maken. Een middel daartoe was het gebruik van indrukwekkende paarden, zowel onder het zadel, als voor het rijtuig. Geen wonder dat de trotse en bovenal wendbare en gemakkelijk te rijden paarden van Spaanse afkomst bijzonder in de mode waren. Ieder zichzelf respecterend vorstelijk hof hield er in die tijd dan ook een uitgebreide stal op na, met grote hoeveelheden paarden, bij voorkeur met Spaans bloed. Veel hoven hadden ook eigen stoeterijen, die met goed paardenmateriaal in de behoefte van de adel voorzagen. In het grote Habsburgse rijk besloot men in de 16e eeuw ook een eigen fokkerij van Spaanse paarden te beginnen, ook om niet steeds maar heel Europa te hoeven afreizen, op zoek naar goed bloed. In het jaar 1562 werd de hof stoeterij in Kladrub (Bohemen) hiertoe opgericht. In 1580 werd van de bisschop van Triëst een landgoed te Lipica aangekocht om in de Karst paarden te gaan fokken. In het volgende jaar werden verschillende hengsten en merries in Spanje aangekocht en naar de pas gebouwde stoeterij gebracht. Met deze paarden, tezamen met enkele inlandse paarden van het taaie zogenaamde Karster paard, werd de basis gelegd van wat later een beroemd paardenras zou worden: de Lipizzaner. Uitgangspunt bij het opzetten van deze, uiteindelijk keizerlijk geworden stoeterij was: het fokken van een licht en wendbaar rij- en koetspaard, indrukwekkend en gracieus, met een enorm uithoudingsvermogen, hard beenwerk en een goede gezondheid. De paarden moesten voor al het werk ten behoeve van het keizerlijke hof inzetbaar zijn. Dit varieerde van rij- en Hogeschoolpaard van de hoge adel te Wenen, voor dagelijks gebruik en op het slagveld, tot paarden voor de keizerlijke posterijdiensten.
Om dekhengsten te selecteren voor de stoeterij werden deze beproefd in de beroemde Hofrijschool te Wenen. De merries werden grotendeels voor de wagen uitgeprobeerd. Daarnaast kregen de kwaliteitsvolle Lipizzaners snel de taak van rassenverbeteraar in de militaire en burgerlijke fokkerij. In Midden-Europa werd de Lipizzaner snel een begrip als paard van de hoge en lagere adel, dat ook de gewone burgerij met zijn kwaliteiten ten dienste stond. In de eeuwen na 1580 werden vanuit geheel Europa paarden met Spaans bloed ten behoeve van de stoeterij Lipica aangekocht. Voornamelijk in de 19e eeuw werd ook veel Arabisch bloed in de fokkerij gebracht. Het oude, zogenaamde barokke type is echter nooit verloren gegaan. Naast de oorspronkelijke stoeterij te Lipica werd de Lipizzaner op vele andere plaatsen, verspreid over het grote Habsburgse Rijk, gefokt. Bijvoorbeeld op militaire stoeterijen, zoals in het Hongaarse Mezöhegyes en het Zevenburgse Radautz. Maar ook de lagere adel fokte op privéstoeterijen de Lipizzaner, bijvoorbeeld de familie Von Jankovic in Terezovac.
Heden ten dage zijn in de fokkerij acht hengstlijnen overgebleven, waarvan zeven direct teruggaan op Spaans bloed en één op een Arabische hengst. Deze acht lijnen gaan terug naar de volgende stamvaders: Conversano, Maestoso, Favory, Pluto, Neapolitano, Tulipan, Incitato en Siglavy. Verder zijn en enkele tientallen merriefamilies, deels teruggaand op de originele Spaanse fokkerij van het Habsburgse Hof, deels op veelal Arabische stammen, ook te Lipica gebruikt, of in Hongaarse of Kroatische (privé)stoeterijen. De nu zo beroemde schimmelkleur van de Lipizzaner heeft zich pas in het ras doorgezet na de invoering van Arabisch bloed. Voordien kwamen verhoudingsgewijs veel meer verschillende kleuren voor: o.a. zwart, bruin, donkerbruin, Isabel, vaal en zelfs bont. Tegenwoordig komen de kleuren zwart, bruin, donkerbruin en vos nog voor, zij het in kleine hoeveelheden.
Bron: LVN - Lipizzanerstamboek Nederland.
Voor meer informatie over de Lipizzaner kunt u zich wenden tot http://www.lipizzaner.nl